
Deze Vlaming heeft inmiddels twee boeken op zijn naam staan. ‘Lockdown’ (2017) en ‘De Graffitimoorden’ (2019) verschenen beide bij Uitgeverij Lannoo.
Wat is je laatste aanwinst en waarom kocht je dit boek?
Brussel, de stad waar ik van hou (Houtekiet, 2019) van Luckas Vander Taelen. Waarom? Omdat het een Brusselboek is. Brussel was lang een oninteressant onderwerp voor schrijvers (zowel fictie als non-fictie), maar de laatste jaren merk ik een kentering. Naast het boek van Vander Taelen was er onlangs ook Brutopia (De Bezige Bij, 2019) van Pascal Verbeken, wat allemaal lijkt te wijzen op een kleine Brussel-hausse in de letteren. Met mijn eigen boeken (Lockdown en De Graffitimoorden) probeer ik bij te dragen aan deze trend, want het wordt tijd dat Brussel, net als Londen, Berlijn en Parijs, haar eigen literaire traditie krijgt.
Welk boek zou iedereen in de kast moeten hebben staan?
Een fotoalbum. Dat is, als je het mij vraagt, het enige boek dat er uiteindelijk toe doet. Smaken verschillen en mensen zullen altijd discussiëren over wat ze goed of slecht vinden, maar een fotoalbum van jezelf, je ouders en je kinderen is een kleine kluis waarin extreem krachtige emotionele bommetjes verscholen zitten. Hulde trouwens aan mijn vrouw, want het is zij die deze albums bijhoudt (ik heb daar het geduld niet voor).
Welk boek is je dierbaar?
Het boek dat ervoor gezorgd heeft dat ik misdaadromans ben beginnen schrijven, was Night Film (Random House, 2013) van Marisha Pessl. Ik heb lang geloofd dat misdaadromans minderwaardig waren aan literaire romans, omdat ze te eenzijdig of te formuleachtig of gewoon te commercieel van opzet waren. Van literaire romans verwachtte ik vernieuwing, intensiteit en durf. Nadat ik Night Film had gelezen, besefte ik dat genreromans al die kenmerken ook hadden. Ondertussen ben ik nog steeds bezig met de verkenning van het misdaadgenre en ik ontdek nog elke week verrassende en spannende manieren van kijken naar de wereld – wat uiteindelijk misschien de enige literaire maatstaf is die telt.
Wat is of was je favoriete kinderboek?
Tot mijn twaalfde vond ik lezen eigenlijk een karwei. Annie MG Schmidt, Astrid Lindgren, boeken van de Rode Ridder… ik moest ze allemaal lezen, maar ik vond er niks aan. Pas toen ik de boeken van Anthony Horowitz ontdekte, kreeg ik de smaak te pakken. Horowitz schrijft nu nog steeds – zowel boeken voor kinderen als voor volwassenen – en hij is, als je het mij vraagt, een van de beste schrijvers van zijn tijd.
Welke van de boeken in je kast zou je weg willen geven?
Ik doe wel af en toe boeken weg (ik stop ze in een doos en breng ze naar De Slegte), maar op dit moment ben ik tevreden met mijn collectie. Sorry, maar ik houd ze dus allemaal lekker zelf.
Wie zou dat boek van je krijgen en waarom?
Als ik toch absoluut een boek zou moeten wegdoen, dan geef ik er meteen eentje cadeau (aan uitlenen doe ik niet). Laat me dan maar mijn laatste boek, De Graffitimoorden, cadeau doen aan Rudi Vervoort, de Minister-President van de Brusselse regering. Misschien kan zijn regering wel een manier bedenken om de Brusselse stadsliteratuur een duwtje in de rug te geven.