Geloof mij nooit Loes den Hollander
Het Verborgen Land 2, De te... Chris Colfer
Ik red me wel Leanne Pots
Daantje durft alles! Eline Hoogenboom
Nijntje tel & beweeg bewegend leren
De vrouw van de uitvinder Rebekka Eder
Heksenwinter Kaye Umansky
Ik hou het hele jaar van jou Sam McBratney
De verloren dromen van Valeria Aline van Wijnen
De Italiaanse dochter Soraya Lane
Bevroren planeet Leisa Stewart- Sharpe
Als de dood zucht Lex Paleaux
Het weeshuis Lizzie Page
Zonder angst Inge van Prooijen
Het Verborgen Land 1, De st... Chris Colfer
De verdwenen meisjes van Wi... Ellen Marie Wiseman
Ergens in de sneeuw Linde Faas
Pleegkind Claire Keegan
Denk aan mij Frances Liardet
Het begint met de geur van ... Kelly Moran
De reis van Grote Panda & K... James Norbury
Dierenarts Daantje en de di... Lizette de Koning
De heks in mij Loes den Hollander
Met Filippa Fazant naar de ... Briony May Smith
Drie dates Beth O'Leary

In gesprek met Annerieke de Vries

Geschreven op zondag 5 juli 2020

Annerieke de Vries heeft een fascinatie voor verhalen. In haar werk als leidinggevende op operatieafdelingen en als online coach voor startende leidinggevenden komt ze met veel, vaak mooie en intrigerende, verhalen in aanraking.
In 2009 springt ze in het diepe en start ze haar schrijfcarrière met een cursus ‘roman schrijven’. Naast schrijven geeft ze ook lezingen.

In 2009 ontdekte je je passie voor het schrijven. Was je omgeving hierdoor verrast?

Mijn omgeving was zeer verrast dat ik met mijn passie voor het schrijven naar buiten kwam. Het heeft ook wel even geduurd voor mijn naasten door hadden dat ik niet alleen een boek wilde schrijven, maar dat ik het ook door een uitgever wilde laten uitgeven.
Een grappig detail is dat ik al jaren zeurde om een hond (een teckel) en dat mijn partner, Ries, beloofde dat ik er een zou krijgen wanneer en twee boeken uit zouden komen. Natuurlijk eiste ik direct de teckel op toen de roman ‘Een voltooid leven, Roman over een doorleefd afscheid’ uit kwam.
Teckel Sien en Ries zijn overigens de beste maatjes geworden.

Samen met teckel Sien

Een voltooid leven is nogal een verhaal. Ik heb begrepen dat hoofdpersoon Doortje gebaseerd is op je moeder. Hoe zijn de verhoudingen tussen fictie en feiten?

De roman Een voltooid leven heeft twee verhaallijnen. De eerste gaat over de zieke en uiteindelijk stervende vrouw, Doortje (mijn moeder). Dit deel van het boek is biografisch. Ik ben het laatste jaar van het leven van mijn moeder zeer nauw bij haar betrokken geweest. Ik heb het aangedurfd om dit deel vanuit het perspectief van mijn moeder te schrijven. De lezer krijgt een prachtige inkijk in haar hoofd.
De tweede verhaallijn is fictie. Beer, de nieuwe liefde van de kleindochter van Doortje (Sterre) verteld dit verhaal.
Ik heb dit fictieve deel geschreven om de lezer wat lucht te geven. Ook vond ik het fijn om een jonge generatie ‘het woord te geven’ binnen het thema. De verhouding tussen fictie en feiten is 50/50.

Na mijn moeders dood voelde ik een enorme noodzaak om haar verhaal op te schrijven. Haar ziekte- en sterfproces duurde lang en veel mensen hadden er geen begrip voor dat zij niet voor euthanasie koos.

Annerieke de Vries

Ook al is het een roman, door het op waarheid te baseren lijkt het me toch ook een heel persoonlijk verhaal. Was het een moeilijk boek om te schrijven?

Het was als dochter en mantelzorger vooral een heel zwaar jaar. Iedere dag kwam ik op mijn werk met nieuwe verhalen. De ene keer verdrietig, dan zwaar, wanhopig waarom het ging zoals het ging, maar ook vaak grappig en hilarisch (mijn moeder was vaak heel komisch). Een collega gaf mij de tip om de voorvallen heel kort op te schrijven, om het niet te vergeten.

Na mijn moeders dood voelde ik een enorme noodzaak om haar verhaal op te schrijven. Haar ziekte- en sterfproces duurde lang en veel mensen hadden er geen begrip voor dat zij niet voor euthanasie koos. Pas na haar dood snapte ik de keuze van mijn moeder. Zij heeft haar tijd nodig gehad om met veel dingen uit haar leven in het reine te komen.
In de roman én in de lezingen die ik over de roman geef, vraag ik aandacht voor een aantal dingen:

  • De terminaal delier die mijn moeder (en 70-90% van de oudere stervende mensen) kreeg. Deze acute verwardheid kan heel veel impact op naasten hebben
  • De normale dood. Het lijkt of er in onze snelle, westerse wereld geen tijd meer is voor een lang sterfbed. Wanneer iemand dat wenst moet daar begrip voor zijn
  • Mantelzorgers. Het is heel zwaar om mantelzorger te zijn naast werk en gezin. Het sociale leven heeft in ons geval een jaar stil gelegen.

Een grappig detail is dat het manuscript al twee jaar klaar was toen Lotte, mijn dochter, een nieuwe liefde leerde kennen: Beer!

Annerieke de Vries

Wat vonden familie, vrienden en bekenden ervan dat je een boek schreef gebaseerd op deze persoonlijke gebeurtenissen?

Mijn twee zusjes hebben mij een groot cadeau gegeven: zij vonden het, zonder het verhaal van te voren te lezen, prima dat ik de roman schreef. Mijn zoon vond het prima, maar wist niet of hij het kon lezen (iets dat ik weer prima vind 🙂 )
Mijn dochter vond het prima dat er een fictief deel over de kleindochter kwam. Bijzonder, want zij is de enige over wie het kon gaan. Ook een cadeau dus. Een grappig detail is dat het manuscript al twee jaar klaar was toen Lotte, mijn dochter, een nieuwe liefde leerde kennen: Beer!
Beer en Lotte hebben 19 januari 2020 een zoon gekregen: Boris.

Je thriller Sluipwesp is dan weer een heel ander verhaal. Hoe ben je op het idee van dit boek gekomen?

Op een schrijfcursus kregen we de opdracht om met een boek te starten. Ik had geen idee wat ik wilde schrijven tot ik op mijn werk (ik was op dat moment interim manager op de operatieafdeling van het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen) iemand ontmoette die vertelde dat zij een grote wens wat betreft werk had: overledenen de laatste zorg geven. Ik wist niet dat dit vak bestond. Deze vrouw sprak met zoveel passie over het werk, dat mijn hoofdpersoon was geboren. Ik bedacht ook vrij snel dat de hoofdpersoon een geheim zou vinden bij een overledene.

Deze vrouw sprak met zoveel passie over het werk, dat mijn hoofdpersoon was geboren.

Annerieke de Vries

Thrillers en romans zijn nogal verschillend. Vind je het één moeilijker dan het andere? En blijf je ook binnen beide genres schrijven denk je?

Dit interview heeft even op zich laten wachten. Dit had een reden. Ik wachtte op het oordeel van Ilse Karman van de Crime Compagnie over het manuscript dat ik ingeleverd had (mijn tweede thriller). Tot mijn schrik vond ze het manuscript als thriller niet spannend genoeg. Ik dacht dat ik dit heel erg zou vinden, maar er werd ook gezegd dat het een mooi verhaal was. Goed geschreven, maar meer een psychologische roman.

Van die woorden werd ik heel blij. Ik moest dat voor mezelf onderzoeken. Met Ilse, echt een fantastische uitgever, heb ik een heel fijn gesprek gehad. We kwamen samen tot de conclusie dat het schrijven van romans beter bij mij past. Ik ben overigens heel blij dat we beiden de deur open houden. De Crime Compagnie is echt een leuke club mensen. Wie weet komt er weer een thriller, maar vooralsnog niet.

Heb je een speciaal ritueel of iets anders echt nodig om te kunnen schrijven?

Ooit was ik topsporter (wedstrijdzwemmen). Voor het schrijfproces heb je veel eigenschappen nodig die je als topsporter ook moet hebben: discipline, doorzettingsvermogen, van anderen leren, omgaan met teleurstellingen, meters maken.
Ik plan mijn schrijfuren, ga alleen zitten. Thuis heb ik een werkplek op zolder en ik zit ook graag in bibliotheken (Gouda en Amersfoort zijn favoriet). Verder heb ik schrijfvrienden met wie ik eens per twee maanden eet. Op deze avonden delen we onze vorderingen en jutten we elkaar op om vooral door te gaan en vol te houden.

Sien met het boek Een voltooid leven

Ben je inmiddels weer met een nieuw boek bezig?

Zoals ik eerder vertelde wordt het boek waaraan ik werk, Zinneloos, geen thriller. Het gaat een psychologische roman worden. Maar op dit moment leg ik dit manuscript even terzijde, er is een ander project op mijn pad gekomen.
Ik ben namelijk gevraagd om een biografie te schrijven over Astrid van Vugt. Zij heeft acht jaar geleden haar zoon van vijfentwintig verloren aan zelfdoding. Astrid heeft het Rogier Hulst foundation opgericht en wil in steden inloophuizen creëren voor kwetsbare jongeren. Een heel mooi preventief initiatief.

Ik heb met Astrid afgesproken dat het boek een op waarheid beruste roman wordt. Alle belangrijke gebeurtenissen en feiten komen in de roman, maar wel met door mij verzonnen scenes.
Het streven is dat deze roman in het najaar uitkomt.

Ik ben blij dat ik aan dit maatschappelijke thema mag en kan meewerken. Ik ben van plan om ook over deze roman lezingen te geven. Dit keer niet over de inhoud maar meer een ‘the making of’. Er zijn veel mensen die schrijven, ik vertel graag hoe deze roman tot stand is gekomen. Hoe ik de spanningsbogen in het verhaal heb gezet, hoe het is om je in te leven in de bestaande feiten en het in het perspectief van de hoofdpersonage op te schrijven, hoe ik de elementen van rouw heb verwerkt. Hoe een vrouw weer opkrabbelt na een verschrikkelijke gebeurtenis en hoe zij de dood van haar zoon enige zin geeft.